BOOGLASSEN IN RVS MET BEKLEDE ELEKTRODEN

Bij deze manier van lassen wordt een elektrische boog in stand gehouden tussen een elektrode en het werkstuk. Hierdoor zal de elektrode afsmelten en tegelijkertijd smelt het werkstuk plaatselijk. Beide materialen vloeien samen en er ontstaat op deze manier, na stolling, een lasverbinding.

Bij het lassen met beklede elektroden heeft men rond de kerndraad (de eigenlijke elektrode) een bekleding aangebracht. Deze bekleding bestaat uit allerlei stoffen die met de kerndraad mee smelten. Het gesmolten bekledingsmateriaal, de slak, zal met de metaaldruppels die van de kerndraad afkomen omgeven  en op deze manier de druppels beschermen tegen de inwerking van de omgevingslucht. Als de druppels op het werkstuk zijn aangekomen zal zich een vloeibare slaklaag op het smeltbad en de stollende las vormen. Ook deze slaklaag beschermt het stollende materiaal tegen de inwerking van de lucht.

Bovendien vormt zich uit de stoffen van de bekleding een gaskegel die de overgaande druppels en het smeltbad nog eens extra beschermen tegen de inwerking van de omgevingslucht.

Invloedsfactoren op het proces

Bij het lassen met beklede elektroden kan de lasser kiezen uit verschillende typen beklede elektroden. Ieder type heeft andere eigenschappen ten aanzien van de lasbaarheid en toepassing op mechanismen. De lasser zal dus de theorie over elektroden moeten kennen en een juiste keuze daaruit moeten kunnen maken, voor zover niet voorgeschreven. De keuze van de toe te passen elektrode wordt bepaald door het te lassen materiaal en de mechanische eigenschappen die eraan worden gesteld. Ook de positie waarin de lasverbinding moet worden gemaakt is van invloed op de elektrodekeuze.

Daarnaast kan de lasser met de door hem gekozen lasstroomsterkte en elektrodemanipulatie invloed uitoefenen om lasfouten- of defecten te voorkomen. Bovendien zal de keuze van de lasstroomsterkte de afsmeltsnelheid van de beklede elektrode bepalen.