GEBRUIK VAN BESCHERM- EN BACKINGGASSEN

Als beschermgas wordt bij het MIG-lassen van roestvrije stalen een gasmengsel gebruikt van argon met 1% zuurstof.

Voor de normale roestvrije staalsoorten bezit een MIG-beschermgas met 80% argon en 20% CO2 zeer goede laseigenschappen. Er kan echter door de aanwezigheid van CO2 enige opkoling van het smeltbad optreden tot maximaal 0,06%. Voor de staalsoorten met een zeer laag % C van 0,03 dient dan ook een beschermgas zonder CO2 te worden gebruikt, bijvoorbeeld argon met weinig O2. Dit gas kan niet opkolen; integendeel, de aanwezige zuurstof zal een lichte ontkoling veroorzaken.

Bij het TIG-lassen mag het beschermgas uiteraard geen CO2 of O2 bevatten omdat de wolframelektrode daardoor kan oxideren.

Bij een eenzijdig doorlassen van o.m. V- T- en I-naden is het aan te bevelen de achterzijde van de las te beschermen tegen oxidatie.

Deze bescherming kan worden verkregen met behulp van een zogenaamd backinggas. Als backinggas kunnen we argon gebruiken, maar i.v.m. de gunstige prijs worden meestal mengsels van stikstof en waterstof, de zogenaamde formeergassen, toegepast (bv. 95% N + 5% H2).